Wij gebruiken cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruiksgemak te verbeteren. Lees meer over cookiesSluiten

Log in om de beveiligde documenten te downloaden

Artikel 15  Beloning en loonbetaling

1.    De loontabellen die van toepassing zijn op rijdende en niet-rijdende, administratieve en technische werknemers zijn opgenomen als bijlage 2 van deze overeenkomst. Bij indiensttreding wordt de werknemer tenminste ingeschaald in de bij zijn functie behorende loonschaal op de trede die overeenkomt met het aantal ervaringsjaren dat de werknemer in dezelfde of soortgelijke functie heeft opgebouwd binnen de bedrijfstak besloten busvervoer.

2.    De werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst met ingang van 1-1-2017 wordt omgezet naar een parttime overeenkomst behouden het aantal ervaringsjaren waarop zij in 2016 recht hadden. Vervolgens bouwen zij, conform lid 3 van dit artikel, hun ervaringsjaren verder op.

3.    Tredeverhoging vindt jaarlijks plaats op de datum van indiensttreding indien het dienstverband is ingegaan op de 1e van de maand of, indien het dienstverband is ingegaan op enig andere dag van de maand, op de 1e van de maand volgend op de datum van indiensttreding.

4.    Een werknemer die gedurende opeenvolgende seizoenen bij dezelfde werkgever in dienst is wordt ten behoeve van de vaststelling van het loon, alsmede van de aanvulling van het loon in geval van arbeidsongeschiktheid, de opeenvolgende seizoenen als aansluitende ervaringsjaren in aanmerking genomen. Van een seizoen is sprake bij een dienstverband van 6 maanden of meer.

5.    Aan de loonberekening wordt alleen de arbeidstijd ten grondslag gelegd.

6.    Voor de categorie rijdend personeel geldt daarbij aanvullend het volgende:

a. De lonen zijn gebaseerd op een gemiddelde arbeidstijd van 40 uur per week.

b. De gemiddelde arbeidstijd per week wordt berekend over de betalingsperiode van één kalendermaand of vier weken.

7.    Voor de categorie niet-rijdende, administratieve en technische werknemers geldt daarbij aanvullend het volgende:

a. De lonen zijn gebaseerd op een arbeidstijd van 40 uur per week.

b.  Een werknemer ontvangt in geval hij tijdelijk, doch ten minste voor de duur van 2 maanden, een hoger gewaardeerde functie waarneemt, met terugwerkende kracht (vanaf het moment waarop de waarneming is aangevangen), een toeslag per betalingsperiode. Deze toeslag is gelijk aan het verschil tussen de trede van de loonschaal waarin de werknemer is ingeschaald en de eerstvolgende trede uit de loonschaal van de vervangen functie waar de beloning meer bedraagt dan de actuele trede van de betrokken werknemer. Zie de toelichting op dit artikel in bijlage 1.

c. Voor werknemers beneden de leeftijd van 21 jaar gelden de volgende percentages van het wettelijk minimumloon van een 23 jarige:

15 jaar

45%

18 jaar

70%

16 jaar

52,5%

19 jaar

80%

17 jaar

60%

20 jaar

90%

 

d. Zodra de werknemer de leeftijd van 21 jaren bereikt, wordt hij in de functieloonschaal voor volwassenen op de laagste loontrede ingeschaald met behoud van datum indienstreding.

8.         Uiterlijk op de eerste dag van de betalingsperiode volgend op de betalings­periode waarin arbeid is verricht, moet de werkne­mer de beschikking hebben over het loon, met dien verstande dat de betaling van de toeslagen maximaal 1 betalingsperiode later plaatsvindt.