Wij gebruiken cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruiksgemak te verbeteren. Lees meer over cookiesSluiten

Log in om de beveiligde documenten te downloaden

Artikel 57  Ziekte en ongeval in het buitenland
  1. Indien de werknemer wegens werkzaamheden verbonden aan de uitoefening van zijn beroep buiten Nederland verblijft en aldaar wordt getroffen door ziekte of ongeval, kan hij aanspraak maken op vergoeding van:
    1. de kosten van geneeskundige verzorging waaraan hij behoefte heeft;
    2. de kosten van vervoer, voor zover dit vervoer noodzakelijk is om de geneeskundige verzorging te ondergaan;
    3. de noodzakelijke kosten van onderdak en voeding totdat zijn gezondheidstoestand het hem veroorlooft naar Nederland terug te keren;
    4. de noodzakelijke kosten van vervoer naar zijn woon- of verblijfplaats in Nederland.
  1. De in lid 1 bedoelde aanspraken bestaan niet indien de werknemer aanspraak kan maken op:
    1. overeenkomstige uitkeringen op grond van enige nationale wetgeving of internationale overeenkomst;
    2. een uitkering van een voor de werknemer geldende verzekeringsovereenkomst.
  1. De werknemer kan geen aanspraak maken op vergoeding van de in lid 1 onder a en b genoemde kosten indien:
    1. hij zich ter zake van die kosten niet of in onvoldoende mate verzekerd heeft;
    2. hij door eigen schuld of toedoen geen aanspraken kan ontlenen aan de voor hem geldende verzekering.
  1. Indien de werknemer die in de omstandigheden verkeert als omschreven in de aanhef van lid 1, zich in levensgevaar bevindt, kan hij ten behoeve van zijn bloedverwanten in de eerste graad alsmede zijn partner of samenwonende aanspraak maken op vergoeding van:
    1. de noodzakelijke kosten van vervoer van hun woonplaats naar zijn verblijfplaats en terug;
    2. de noodzakelijke kosten van onderdak en voeding, totdat het levensgevaar geweken is.